Algemene Voorwaarden

Voorwaarden dienstverlening Advocatenkantoor Klein Hesselink

(geldig vanaf 1 augustus 2007)

  1. DEFINITIES
    In deze voorwaarden wordt verstaan onder:
  2. de advocaat: de natuurlijke of rechtspersoon die de opdracht heeft aanvaard;
  3. de cliënt: de contractspartij van de advocaat;
  4. het kantoor: de advocaat en, zowel gezamenlijk als ieder afzonderlijk, de op basis van arbeids-, uitzend-, volontairovereenkomst of anderszins aan de advocaat verbonden natuurlijke of rechtspersonen, bestuurders van laatstgenoemde inbegrepen;
  5. honorarium: de financiële vergoeding (tijdsevenredig of anderszins) exclusief verschotten als bedoeld sub e van dit artikel, die de advocaat voor de uitvoering van de opdracht met de cliënt is overeengekomen;
  6. verschotten: de kosten die de advocaat maakt of die, in het voorkomende geval, een derde in opdracht van de advocaat maakt in het belang van de opdracht;
  7. TOEPASSELIJKHEID
    Deze voorwaarden zijn van toepassing op alle opdrachten, tenzij voorafgaand aan de totstandkoming van de opdracht schriftelijk anders is overeengekomen.
  8. TOTSTANDKOMING OPDRACHT
    • Een opdracht komt eerst tot stand nadat deze door de advocaat schriftelijk is aanvaard of doordat de advocaat een begin maakt met de uitvoering van de werkzaamheden verband houdende met de opdracht.
    • De cliënt stemt ermee in dat de advocaat in het voorkomende geval de opdracht onder zijn verantwoording laat uitvoeren door het kantoor of zonodig door derden in opdracht van het kantoor.
  9. HONORARIUM C.A.
    • Voor de uitvoering van de opdracht is de cliënt het overeengekomen honorarium verschuldigd, vermeerderd met verschotten, en btw.
    • De advocaat is gerechtigd, indien de opdracht zich uitstrekt over een periode, langer dan 1 maand, tussentijds honorarium in rekening te brengen.
    • De advocaat is gerechtigd steeds de betaling van een voorschot door de cliënt te verlangen. Een ontvangen voorschot wordt verrekend met de eindafrekening van de opdracht.
    • Indien de cliënt de (tussentijdse) declaratie of het voorschot niet, niet tijdig en/of niet volledig betaalt, is de advocaat gerechtigd zijn werkzaamheden op te schorten of geheel te staken, onverminderd de verschuldigdheid van de in rekening gebrachte declaratie en/of het voorschot.
  1. GEFINANCIERDE RECHTSHULP
    • In zaken die worden behandeld op basis van het wettelijke systeem van gefinancierde rechtshulp op grond van de Wet op de Rechtsbijstand (WRB) geldt m.m. het bepaalde in artikel 4 voor de, op grond van de door de Raad voor Rechtsbijstand te Den Haag (RVR) afgegeven toevoeging, aan de cliënt in rekening te brengen eigen bijdrage, alsmede voor de kosten die op grond van de WRB voor rekening van de cliënt komen.
    • In zaken die behandeld worden op basis van de WRB is de advocaat gerechtigd zijn werkzaamheden niet aan te vangen danwel op te schorten of te staken totdat door de RVR een toevoeging is verleend. Hetzelfde geldt indien de cliënt niet danwel niet tijdig de benodigde gegevens voor het aanvragen van een toevoeging aan de advocaat aanlevert.
    • Indien de advocaat reeds werkzaamheden heeft verricht en al dan niet door toedoen of nalaten van de cliënt geen toevoeging wordt verleend door de RVR (al zou de cliënt daarvoor wel in aanmerking komen), is de advocaat gerechtigd honorarium in rekening te brengen danwel een voorschot te vragen volgens geldend tarief. Hetzelfde geldt m.m. voor verschotten.
    • In zaken waarin de cliënt meent in aanmerking te komen voor een toevoeging op grond van de WRB en de cliënt tevens wenst dat de advocaat met zijn werkzaamheden begint voordat een toevoeging is afgegeven, is de advocaat gerechtigd een voorschot te vragen op basis van geldend uurtarief. Indien nadien alsnog een toevoeging wordt afgegeven, wordt de opgelegde eigen bijdrage met ingang van de ingangsdatum van de toevoeging verrekend met het betaalde voorschot.
    • Indien de cliënt in een zaak die niet is aangenomen op basis van het wettelijke systeem van gefinancierde rechtshulp tussentijds van mening is dat hij alsnog in aanmerking wenst te komen voor zodanige gefinancierde rechtshulp, dient de cliënt een daartoe strekkend verzoek schriftelijk aan de advocaat kenbaar te maken. Indien een toevoeging in dat geval wordt verleend blijft de betalingsverplichting met betrekking tot werkzaamheden, verricht vóór de datum van afgifte van de toevoeging, onverminderd van kracht.
    • Indien na afloop van de zaak blijkt dat het vermogen van de cliënt de vermogensgrenzen, zoals gehanteerd door de RVR, overschrijdt, zal de advocaat de toevoeging laten intrekken en is de cliënt alsnog het uurtarief verschuldigd, alsmede, indien van toepassing, de volledige kosten van deurwaarder c.q. het volledige griffierecht.
  2. AANSPRAKELIJKHEID
    • De aansprakelijkheid van het kantoor voor schade uit of verband houdende met de uitvoering van de opdracht is steeds beperkt tot het bedrag waarop de aansprakelijkheidsverzekering van de advocaat in het desbetreffende geval aanspraak geeft, vermeerderd met het eigen risico volgens de desbetreffende polis.
    • Bij het inschakelen van derden zal het kantoor zoveel mogelijk tevoren overleggen met de cliënt en de nodige zorgvuldigheid in acht nemen. Het kantoor is echter voor eventuele tekortkomingen niet aansprakelijk.
  1. BETALING
    • Nota’s dienen binnen een maand na factuurdatum te zijn voldaan.
    • Nota’s waartegen niet binnen 1 week schriftelijk is geprotesteerd gelden als geaccepteerd.
    • Vanaf de vervaldatum van de nota is de wettelijke rente verschuldigd.
    • Indien na twee of meer herinneringen /aanmaningen de cliënt de nota nog niet heeft voldaan kunnen ten laste van de cliënt buitengerechtelijke incassokosten worden berekend over het gehele openstaande bedrag inclusief btw en inclusief verschotten. De buitengerechtelijke incassokosten bedragen 10 procent van het openstaande bedrag met een minimum van € 50,-.
    • Indien daarom binnen een maand na factuurdatum wordt verzocht, kan een betalingsregeling worden getroffen. Indien de regeling niet stipt wordt nagekomen treedt onmiddellijk en zonder nadere aankondiging het bepaalde in de leden 3 en 4 van dit artikel in werking.
  2. TOEPASSELIJK RECHT

De rechtsverhouding tussen de cliënt en de advocaat wordt beheerst door Nederlands recht. Geschillen dienen te worden voorgelegd aan de bevoegde Nederlandse rechter, één en ander echter met inachtneming van de door de Nederlandse Orde van Advocaten terzake uitgevaardigde verordeningen.